SV | Daarna zeide David tot de ganse gemeente: Looft nu den HEERE, uw God! Toen loofde de ganse gemeente den HEERE, den God hunner vaderen; en zij neigden het hoofd, en zij bogen zich neder voor den HEERE, en voor den koning. |
WLC | וַיֹּ֤אמֶר דָּוִיד֙ לְכָל־הַקָּהָ֔ל בָּֽרְכוּ־נָ֖א אֶת־יְהוָ֣ה אֱלֹהֵיכֶ֑ם וַיְבָרֲכ֣וּ כָֽל־הַקָּהָ֗ל לַיהוָה֙ אֱלֹהֵ֣י אֲבֹֽתֵיהֶ֔ם וַיִּקְּד֧וּ וַיִּֽשְׁתַּחֲו֛וּ לַיהוָ֖ה וְלַמֶּֽלֶךְ׃ |
Trans. | wayyō’mer dāwîḏ ləḵāl-haqqâāl bārəḵû-nā’ ’eṯ-JHWH ’ĕlōhêḵem wayəḇārăḵû ḵāl-haqqâāl laJHWH ’ĕlōhê ’ăḇōṯêhem wayyiqqəḏû wayyišətaḥăwû laJHWH wəlammeleḵə: |
Daarna zeide David tot de ganse gemeente: Looft nu den HEERE, uw God! Toen loofde de ganse gemeente den HEERE, den God hunner vaderen; en zij neigden het hoofd, en zij bogen zich neder voor den HEERE, en voor den koning.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Daarna zeide David tot de ganse gemeente: Looft nu den HEERE, uw God! Toen loofde de ganse gemeente den HEERE, den God hunner vaderen; en zij neigden het hoofd, en zij bogen zich neder voor den HEERE, en voor den koning.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!